maandag 22 juni 2020

Ebenhaezer


Eben Haezer

De laatste acht maanden konden we niet meer op reis naar de chauffeurs. Eerst door juffrouw Corona en later kwam er ook nog meneer Hernia  bij. Wel mooi dat die twee gedeeltelijk in dezelfde tijd op bezoek kwamen. Dat komt  niet zomaar ongecontroleerd uit de lucht vallen! De Heere staat boven alles en dat mogen we dan toch ook wel weer als een zegen zien. De grenzen gaan straks weer open en dan zal hopelijk intussen ook de hernia wel weer tot de verleden tijd behoren. Ik heb contact met een kliniek waar ik nog deze week iets meer over hoop te horen. Als ik hersteld zal zijn van de ingreep dan kunnen we dit jaar misschien nog net een reisje maken naar de  chauffeurs voor het weer herfst en kouder wordt. Dat zouden we heel fijn vinden.

De ‘anderhalve meter regel’ van de overheid zullen we dan ook onderweg gehoorzamen al zal  het er niet gemakkelijker op worden. Ik dacht er vanmorgen aan dat we door de Heere voor een periode zijn stilgezet.  Daarom kunnen we gerust zijn omdat we ook hierin de woorden van de Heere Jezus mogen horen: ‘Ik ben het.’ Als kinderen van God mogen we alles wat ons overkomt als uit Zijn hand ontvangen.

We mogen nu van ons huis uit de chauffeurs bemoedigen, en ondersteunen met het toesturen van materialen en contacten onderhouden via e-mail, WhatsApp en Twitter. We zitten nu tussen onze reizen in, die van het verleden en die van de toekomst. Dat  kunnen voor ons ook vergelijken met een parkeerplek op onze levensreis..

Ik trap een open deur in als ik zeg dat als we op reis zijn we ons ergens bevinden tussen vertrek en aankomst. We kunnen terugkijken op de al afgelegde afstanden en uitzien naar de eindbestemming. Genieten we wel van de zegeningen die ons ten deel zijn gevallen en kijken we ook naar de weg over welke de Heere ons de afgelopen tijden heeft geleid.

Op een wandkleed dat bij mijn opa in de kamer hing stond een prachtige tekst in Gotische letters. Hij was weduwnaar geworden na ruim veertig jaar getrouwd te zijn geweest en op het wandkleed  dat mijn opa en opoe toen kregen stond:

Eben Haezer, 
gedenk den weg over denwelke de HEERE u deze veertig jaren geleid heeft.

Eben Ha Ezer betekent ‘Steen van hulp’ en wordt  vertaald met ‘tot hiertoe heeft de HEERE ons geholpen. En dat is ook een goede samenvatting van de betekenis. Hij is de Steen, Hij is die Rots waarop onze voeten onwankelbaar mogen staan. Hij wil ons dragen, elke dag weer.

Ik denk hierbij aan dat jongetje dat met zijn vader in de supermarkt liep terwijl hij zo’n metalen boodschappenmandje droeg. Er lag het een en ander in dat mandje dat hij met een rond ruggetje voor zijn buik sjouwde en hij was op weg naar de kassa. Vlak achter hem liep een andere man en die zei: ‘Is dat allemaal niet wat te zwaar voor zo’n kleine man?’
‘Nee hoor’, antwoordde het jongetje, ‘mijn vader weet wat ik kan dragen’.
Als een aardse vader al toeziet dat de last voor zijn zoontje niet te zwaar is, hoeveel temeer zal onze Hemelse Vader toezien op de lasten van Zijn kinderen. Ja dan kan de weg die we te gaan hebben ons soms zo terneer drukken dat we uitroepen tot God dat we het niet aan kunnen. Dat was ook Davids ervaring, maar dan steeds kunnen we weer lezen dat ‘hij zich sterkte in de HEERE zijn God.

En uit wat Hij in het verleden heeft gedaan kunnen we kracht putten voor het heden en de toekomst omdat de God van gisteren ook de God van het vandaag en van morgen is. Voor heel ons leven geldt: Er zijn eeuwige armen onder u.



Rots der eeuwen, troost in smart,
  vaste grond voor 't wank'lend hart,
  goed bestand voor storm en vloed,
  Jezus, is m' Uw dierbaar bloed;
  daarin vond 'k steeds al mijn kracht,
  zelfs in d' allerbangste nacht.
 
  
  
  Vaste rots in elke nood,
  schuilplaats, zelfs tot in de dood,
  G' ondersteunt, die wank'lend viel.
  Trooster der bedroefde ziel,
  Jezus, Heiland, Zone Gods,
  ja, Gij zijt der eeuwen Rots
                Johannes de Heer 334:1, 3.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten