'zou Hij (...) die het oog vormde, niet zien? Psalm 94:9
Dieren profiteren van een verscheidenheid aan unieke oogontwerpen.,
Maar waar komen die ogen vandaan?
De meeste gewervelde dieren hebben het
"klassieke cameraoog". Het gebruikt een transparant hoornvlies en een
bolle lens om beelden te buigen op een lichtgevoelig weefsel (de retina) op de
achterkant van het oog.
Dit basisontwerp is gebruikelijk bij veel landdieren. Ook’slappe
dieren’zoals inktvissen en octopussen
gebruiken dezelfde basisinstellingen van het 'camera-oog' als gewervelde
dieren zij het met een paar aanpassingen voor het leven onder water. Zelfs sommige
kwallen maken gebruik van kleine 'camera-ogen'. Is dat toevallig evolutionair (on)geluk? Onwaarschijnlijk.
Andere levensvormen met ruggengraat gebruiken geheel andere
ogen. Zo gebruiken sommige diepzeevissen reflector-spiegel lenzen.
De kameleon
heeft een oog zo klein als de punt van een naald met holle lenzen in plaats van
bolle. Deze lenzen verspreiden een klein deel van het inkomende licht op
een bredere retina.
Het zijn allemaal vergelijkbare
oog-ontwerpen, maar met unieke eigenschappen die 'toevallig' aangepast zijn aan
de levensstijl en de behoeften van de
specifieke wezens. Gelijkaardig design, maar zeer verschillende dieren.
Degenen die niet geloven in een almachtige en alwetende
ontwerper moeten speculeren dat en hoe dezelfde oog-ontwerpen meerdere keren zijn
geƫvolueerd in verschillende organismen. Vandaar dat de evolutionistische literatuur vol is met woorden als
'ontstaan', 'evolueren', en 'lijken' in plaats van een realistische uitleg te geven van
elke veronderstelde stap in de evolutie van de verschillende 'oog-systemen'. Geen wonder dat Charles
Darwin aan de Amerikaanse botanicus Asa Grey in 1860 schreef: "de gedachte
van het oog geeft me koude rillingen.”
De ogen van de Heere zijn op elke plaats, ze slaan slechte en goede gade. Spreuken 15: 3
Overgenomen
uit: Days of Praise; Institue for Creation Research 2016.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten